Afbeelding
Foto: Johan Maas

Henrie Bouwmans trekt deur van ViERBINDEN achter zich dicht

Algemeen

Beek en Donk – Hij was verpleger, manager, hoofd, directeur van twee bejaardenhuizen, badmeester, ouderenwerker, welzijnswerker en tot slot dorpsondersteuner. Henrie Bouwmans gaat met pensioen. "Het moeten helpen stopt, maar het helpen stopt nooit." De MooiLaarbeekKrant sprak hem in het Ontmoetingscentrum.

Vierbindennetwerk
"Sinds het moment dat ik besloot met pensioen te gaan, is het fijner voor mij geworden", vertelt Henrie. "Ik draag zaken over aan collega's en dat geeft rust. Ik merkte dat ik niet meer ziek kon zijn. Ik lag ziek te bed, maar was in mijn hoofd aan het werk. Problemen lieten mij niet meer los. Dan moet je een besluit nemen. Wat ik graag wil dat geborgd blijft in Laarbeek, is het netwerk van vrijwilligers. Dat mag nooit verloren gaan. Ik hoop dat de gemeente inziet hoe belangrijk dit is. En dat geldt ook voor het ouderenwerk dat opgezet is; met activerend huisbezoek, vrijwillige hulpdienst, maaltijdbezorging, netwerkversterking... Minister de Jonge roept dat we moeten beginnen met activerend huisbezoek. In Laarbeek bestaat dat vanaf 1996."

"Ik voel me Mariahoutenaar"
Henrie Bouwmans werd geboren in Aarle-Rixtel op 11 april 1959 en noemt zichzelf 'Laarbeek pur sang'. Hij woonde vier jaar in Aarle-Rixtel en daarna achttien jaar in Beek en Donk. Hij was eventjes Helmonder tijdens zijn verpleegkundigenopleiding in het ziekenhuis. Uiteindelijk belandde hij in Mariahout, waar hij al bijna veertig jaar woont. Henrie vertelt: "Ik voel me in alle kernen wel een 'bietje' thuis en heb overal netwerken. Maar ik voel me Mariahoutenaar." Henrie was een vrolijk kind, vond alles leuk, maar leren iets minder. Hij zakte twee keer in 5 Havo. "Omdat ik altijd iets 'zorgachtigs' in me had, adviseerde een oom om te kijken of de verpleging iets voor mij zou zijn. Ook mijn ouders hebben altijd mensen vooruit willen helpen, dus dat zit een beetje in de genen."

"Ik wilde mijn visie op zorg laten zien"
Henrie begint als verpleger, werkt op de intensive care en doet een management opleiding. Maar hij wil meer. Hij wil doen wat zijn oom deed; directeur worden van een bejaardenhuis. Als er een vacature vrijkomt in 'De Witte Poort' in Aarle-Rixtel, schrijft Henrie een sollicitatiebrief. " Op roze papier. Ik dacht: 'dat word ik nooit'. Maar ik werd aangenomen als hoofd van de verpleging en had een prachtige tijd. Ik weet nog dat Driek, een bewoner, de man van de technische dienst hielp. Dat zie je nu langzaamaan terugkomen in de zorg. Er kwamen kinderen meehelpen en verzorgenden en verpleegkundigen kwam vrijwillig in het weekend terug. Met Pasen was ik de paashaas en onze kinderen verstopten paaseitjes. Dat was gewoon keigoed."

Huize Mariëngaarde en Huize Stanislaus
Henrie wordt voor zijn veertigste directeur van twee bejaardenhuizen. In 1985 heeft Mariëngaarde een nieuwe directeur nodig. Henrie solliciteert maar wordt in eerste instantie te jong bevonden om de klus: 'het realiseren van een nieuw Mariëngaarde' te klaren. Vier maanden later wordt hij gebeld en komen twee dames praten in zijn piepkleine kantoortje in De Witte Poort. Hij moet zich ook presenteren bij de zusters, het stichtingsbestuur in Tilburg, het personeel en de managers. Maar zijn idee: ´samen moeten we iets moois opzetten' slaat aan. "Maar het nieuwe huis werd voor mij een grote frustratie. Ik wilde voor de mensen een aparte slaapkamer. Dat zou te duur zijn, maar ik wilde toekomstgericht werken. Ja, eigenlijk was de architect meer de baas." Het is ook de tijd waarin Henrie letterlijk de poten onder de stoelen van twee zusters zaagt. De tweelingzusters waren namelijk niet langer dan 1 meter 20. Eindelijk konden ze met twee benen aan de grond komen. En smakelijk vertelt hij dat de zusters voor het eerst gingen barbecueën. "Dat hadden ze nooit gedaan. Rauw kippenvlees werd er gegeten. Ik was bang dat iedereen last zou krijgen van difterie", gniffelt Henrie. In 1995 wordt Henrie ook directeur van Huize Stanislaus in Moergestel. Dat gaat goed tot 1999. "Tot ik steeds meer economisch directeur moet worden, maar 'mensdirecteur' wil blijven. Ik liep daarin vast en kreeg een burn-out."

Badmeester tot welzijnswerker
"Ik heb toen een keuze moeten maken – en dat was heel moeilijk – en ben badmeester geworden. Maar ik wilde de zorg niet loslaten en kwam via het project 'Zorg om het dorp' terecht in het welzijnswerk. Ik denk dat ik alles uit mezelf gehaald heb wat erin zat. Weet je dat ik ook WiSH mocht presenteren van die jongens toen, met Nick en Simon? Dat ik trouwambtenaar ben? Of dat ik lezingen gaf over kleine kernen op Gran Canaria? Zonder Jet (zijn vrouw) had ik dit leven niet kunnen leiden. Morgen ga ik eerst met de kleinkinderen spelen en later bekijk ik wat ik onbezoldigd ga doen. Ik heb al wat ideeën." Helpen stopt nooit.