Burgemeester kijkt terug op coronajaar: ‘Ik wil het contact met de inwoners niet verliezen’

Laarbeek - In een jaar dat in alle opzichten anders is geworden dan we met zijn allen twaalf maanden geleden hadden verwacht, hoe lastig is het om dan de ‘baas’ van de gemeente te zijn? De burgervader, het luisterend oor, de schouder om uit te huilen. Maar ook de man die moet waken over de veiligheid van een ieder, in een ‘anderhalve meter-maatschappij’ met alle bijkomende haken en ogen.

Waar op veel momenten het rempedaal werd ingetrapt in het sociale en werkende leven, werd bij burgemeester Frank van der Meijden juist het gaspedaal dieper ingeduwd. Beperkende maatregelen vanuit de overheid, zorgen voor extra werk op het gemeentehuis. “We hebben afgelopen week voor de 58ste keer bij elkaar gezeten met het crisisteam corona in het gemeentehuis. Het is goed om te zien dat betrokken professionals te pas en te onpas acte de présence geven om achter de schermen de dingen te doen voor deze mooie gemeenschap. Dan heb ik het niet alleen over de medewerkers van de gemeente, maar ook de partijen als bijvoorbeeld de veiligheidsregio en GGD hebben ons enorm geholpen. Wanneer het nodig is, zoals met de plotselinge besmettingen bij nertsen, staat iedereen direct klaar. Die dynamiek is goed en draagt bij aan het managen van deze crisis. Het is prettig dat je kunt terugvallen op de mensen die er dan zijn. Er samen staan, aanvoelen dat het nodig is. Daar ben ik trots op. Dat geeft support en daardoor kan ik doen wat ik moet doen.”

“Dat heeft me echt aangegrepen”

Onder de indruk
In de eerste coronagolf in het voorjaar was burgemeester Van der Meijden enorm onder de indruk van wat hij zag wat het coronavirus aanrichtte in de hechte gemeenschap. “Mensen werden ziek, mensen overleden, dat heeft me echt aangegrepen. Mensen te zien die niet fatsoenlijk afscheid konden nemen, niet bij elkaar konden zijn op die allerlaatste momenten. Dat is hartverscheurend.” Vanaf het begin hield de burgemeester een dagboekje bij, van de mensen die hij sprak. Bijna 30 gesprekken voerde hij met nabestaanden van mensen die overleden aan het coronavirus. “Mensen willen toch graag hun hart luchten. Een goed gesprek kan onderdeel uitmaken van het verwerkingsproces. Hele waardevolle gesprekken waren dit.”

In de rug gesteund
Van der Meijden voelt zich in de rug gesteund door gemeenteraad en college. “Ten tijde van de lockdown hebben we met college en gemeenteraad steeds gekeken welke zaken wel door konden gaan, en daar hebben we voortvarend op geacteerd. Op deze dossiers hebben we dan ook geen achterstand opgelopen. We vonden het belangrijk om de mensen bij te staan tijdens de lockdown, maar ook om zaken door te laten gaan die door konden gaan.”

Wat de burgemeester wel enorm heeft gemist, is het directe contact met de inwoners. Normaal stond zijn agenda in het weekend vol met sociale activiteiten, nu is die agenda al maandenlang nagenoeg leeg. “Af en toe als ik een rondje heb gelopen, ontstaan er direct mooie gesprekken. Gelukkig weten de inwoners me nog altijd gewoon te vinden via mail of app. Dat is erg fijn en dat wil ik graag zo houden. Want ik wil het contact met de inwoners niet verliezen. Heb je behoefte aan een gesprek, laat het me weten.”

“Ik heb diep respect voor de zorg”

Verbinding
De burgemeester ziet ook dat ondanks alle beperkingen mensen op een verantwoorde manier toch met elkaar in contact komen. “Het maakt ook creativiteit los in de gemeente. Manieren om elkaar te vinden, om te zorgen voor verbinding. Dat maakt mij trots.”

De feestdagen staan voor de deur, dagen die we anders dan normaal - op een sobere manier, zonder veel personen op bezoek - door moeten brengen. Van der Meijden wil nog maar eens benadrukken hoe belangrijk dit is. “Vanwege familieomstandigheden was ik vorige week in het ziekenhuis. Daar spreek ik dan ook mensen. Dan pas besef je hoe de zorg georganiseerd is en hoe hoog de nood is. Ze komen handen en voeten tekort. Een puzzel zonder weerga. Als je dan hoort hoe mensen klagen tegen de huidige richtlijnen , dan hoop je dat hen een keer onder ogen komt hoe het er in het ziekenhuis nu aan toegaat. Ik heb diep respect voor de zorg.”