Tatyana (links) en dochter Anna Chona. In het midden Victoria Doomernik -
Tatyana (links) en dochter Anna Chona. In het midden Victoria Doomernik - Foto: Joost Duppen

Tatyana Chorna vluchtte van Oekraïne naar Lieshout: ‘Dankbaar dat we hier kunnen zijn’

Human Interest

Laarbeek/De Mortel - ‘Everything will be ok, we hope...’ Zo sloot Tatyana Chorna in maart het interview af dat ik met haar had. Samen met haar dochter en in Lieshout wonende nicht Victoria vertelde ze me die dinsdagavond over hoe haar reis vanuit Oekraïne (slechts enkele dagen daarvoor) was verlopen. Dat ze vluchtte met haar dochter om te blijven leven. Hoe vergaat het haar nu?

Nee, ze woont niet meer in Laarbeek. De eerste maanden na haar aankomst in Nederland hadden Tatyana en dochter Anna onderdak in Lieshout. Daarna vonden ze een klein onderkomen in De Mortel. Met een grote glimlach doet ze de deur open. Natuurlijk is het nog steeds zwaar, het liefst gaat ze terug naar Oekraïne. Maar de immer voortdurende strijd na de inval van Rusland maakt een terugkeer onmogelijk. Het weerhoudt Tatyana er niet van om positief te blijven, ze maakt er het beste van.

Oorlog is begonnen
Eerst terug naar 24 februari 2022. De jonge Anna werd om vier uur ‘s nachts door haar vader wakker gemaakt: “De oorlog is begonnen, zei hij. Ik begon te huilen”, vertelde Anna daarover. Twee uur voor Tatyana en Anna vertrokken viel het besluit pas. Ze hadden een kleine tas met spullen gepakt. Vader Konstantin en broer Maxim moesten in Oekraïne achterblijven. “Mijn vader en broer brachten ons naar de grens met Roemenië. Daar hebben we afscheid van elkaar moeten nemen. Ik moest huilen, ik weet namelijk niet of ik nog ooit terug kan keren naar Oekraïne.” Via Roemenië, Tsjechië en Duitsland ging de vlucht van moeder en dochter. Een reis per bus, trein en te voet. Om uiteindelijk te arriveren op het station van Eindhoven.

“Ik weet niet hoe de toekomst eruit ziet. Ik droom van vrede, onafhankelijkheid van ons land”, waren de woorden van Tatyana in maart. Vrede is er nog altijd niet. Einde van de oorlog is nog lang niet in zicht. Dagelijks volgt Tatyana de ontwikkelingen in haar thuisland. Maar niet alleen. “Mijn man is in juli naar Nederland gekomen. Mijn zoon is gelukkig ook niet meer in Oekraïne. Hij werkte in Kiev bij een internationaal bedrijf en werkt sinds juli in Londen.” De periode voor de hereniging met haar man, was zwaar voor Tatyana. “Het was gevaarlijk waar mijn man en zoon verbleven. Elke dag waren er aanvallen. Elke dag sirenes. Het was geen veilige plek.” Inmiddels is ook haar moeder in Nederland, die bij haar woont in De Mortel.

Leven wordt iets makkelijker
“We zijn nu bezig Nederlands te leren. Een paar woordjes ken ik wel”, lacht Tatyana. “Goedenavond, goedemiddag, dank je wel, alstublieft...” In Oekraïne hadden Tatyana en haar man een eigen bedrijf, zij is accountant. “Maar hier heb ik nog geen werk. Mijn man is bezig met een baan bij ASML. Voor mij is het nu nog lastig om in mijn werk de moeilijke woorden te begrijpen.” Maar als ze beide een baan hebben, maakt het dat het leven in Nederland ook iets makkelijker wordt. “Als we een baan hebben, wordt het makkelijker om een huis te huren. Nu is dat nog lastig voor Oekraïense mensen. Net als het maken voor een afspraak bij de dokter voor mijn moeder. Dat is lastig. We hebben voor haar een scootmobiel aangevraagd, zodat zij ook wat mobieler wordt, maar daar hebben we nog niets van gehoord.”

Op het moment van het interview verblijft Anna in het kader van een uitwisselingsproject in het Schotse Glasgow. In Oekraïne studeerde ze ‘social work’ aan de universiteit. Nu kan ze hier ook les volgen. “Ze is blij. Ze kan naar school en communiceren met studenten. Ook heeft ze een baantje in een café in Eindhoven.” 

Toekomst is ongewis
Hoe de toekomst er voor de familie Chorna uitziet? Tatyana weet het niet. “Het is nu in ieder geval geregeld dat we sowieso tot maart 2024  in Nederland kunnen blijven. We zijn nu van plan om voorlopig hier te blijven en zijn erg dankbaar voor de steun en hulp die we krijgen. We zijn hier nu op een veilige plek. We horen niet elke dag een sirene en hoeven hier niet in de angst te leven om gedood te worden. Dat is goed voor onze mentale gezondheid.”

“We weten niet of we nog ooit terug kunnen keren naar Oekraïne. De situatie daar zal slecht zijn voor een lange tijd, misschien wel vijf tot tien jaar. De infrastructuur is flink beschadigd. Ik mis mijn thuisstad, de kust van de Zwartezee, maar de sfeer is natuurlijk enorm veranderd. Daarom zijn we dankbaar dat we nu hier kunnen zijn. Dat is beter dan leven onder de bommen.”

Afbeelding