Afbeelding

Hoe is het nou met... Henk van Beers

NULL

Hoe is het nou met... Henk van Beers

Deze week is het de beurt aan Henk van Beers, ofwel de eerste burgemeester van Laarbeek. Deze mag in deze rubriek natuurlijk niet ontbreken. Van 1 januari 1997 tot 1 mei 2003 was hij onze burgemeester. Met zijn benoeming tot burgemeester in Roermond verdween Henk min of meer achter de Laarbeekse horizon. Sinds 1 februari 2013 is hij met pensioen en weer woonachtig in Rosmalen. Als ambteloos burger vertelt Henk zijn verhaal aan De MooiLaarbeekKrant, onder het genot van een kopje koffie met ‘a piece of cake’.

Wat bezielt iemand om burgemeester te willen worden? “Dat vraag ik me ook nog steeds af”, zegt Henk. “Gezien mijn opleiding, lag een carrière in het onderwijs meer voor de hand. Ik groeide in allerlei functies: van voorzitter van de wijkraad naar raadslid en naar wethouder…. Uiteindelijk wil je dat dan ook eens meemaken als burgemeester. Als burgemeester zit je ‘eerste rang’ bij de besluitvorming en ook bij de culturele evenementen waarvoor je wordt uitgenodigd. Een nadeel is wel, dat je altijd in de etalage zit.”

Burgemeester van Laarbeek
“Toen ik vanuit de gemeente Bakel-Milheeze naar Laarbeek kwam, was de fusie van de drie gemeentes, bestuurlijk een feit, maar het echte werk moest nog beginnen. Het was echt afzien die eerste maanden, met drie gemeentehuizen, drie brandweerkorpsen, drie politieposten, telefoons die niet werkten, ambtenaren die van het ene gemeentehuis naar het andere pendelden, bestuurders en raadsleden die uit drie totaal verschillende bestuursstructuren voortkwamen. En dat moest dan omgesmeed worden tot één efficiënte gemeente”, verzucht Henk.

Het Laarbeekgevoel
Toch was er volgens Henk ook toen al sprake van een ontluikend ‘Laarbeekgevoel’. “Als nieuwbakken gemeente namen we destijds deel aan het populaire tv-spel ‘Spel zonder Grenzen’. De Laarbeekse ploeg telde deelnemers uit alle vier de kernen. Ik ging mee als assistent-coach. Bij aankomst in Boedapest, bleek dat onze afvaardiging een beetje oud was, vergeleken met onze jonge tegenstanders. Fysiek zouden we waarschijnlijk tekort schieten. Maar we brachten het een heel eind, dankzij onze leuze: ‘It’s a piece of cake for Laarbeek’.” (zie foto)

Een Brabander in Limburg
“Als burgemeester van Roermond had ik andere opstartprobleempjes”, zegt Henk. “Gemeenteraadsvergaderingen in het Limburgse dialect! Iedereen verstond het, behalve ik! Als rasechte Brabander, afkomstig uit Den Bosch(!) heb ik toen tegengas gegeven in het meest platte Bosche dialect dat ik op dat moment voor handen had. De hint werd opgepikt. Inmiddels versta ik het Limburgse dialect goed, maar ik spreek het nauwelijks. Het waren tien mooie jaren in Limburg.”

Goede herinneringen aan Laarbeek
Henk koestert ook de goede herinneringen aan zijn periode als burgemeester van Laarbeek. “Heel aardige, open mensen, in alle vier de kernen. Ik voelde me er als burgemeester erg op mijn gemak. Ik heb er goede vrienden gemaakt”, zegt hij en hij is zichtbaar geroerd als zijn oog, per toeval, op de overlijdensadvertentie van Toon van de Wijdeven valt. Verder vertelt Henk dat hij nog steeds het bier van Bavaria drinkt en kijkt of Sparta ’25 het goed doet. Zijn vrouw heeft nog steeds contact met haar vriendinnen van de band ‘Permanent’.

Pensioen
Inmiddels geniet Henk van zijn pensioen. Hij heeft nu meer tijd voor zijn vrouw, zijn drie kinderen en zijn zeven kleinkinderen. Die hebben hem tijdens zijn burgemeesterschappen vaak moeten missen. Henk bekleedt nog een aantal nevenfuncties en hij is met een onderzoek bezig naar de achtergronden van zijn stamboom, in het gebied van de Maas.

Tot slot
Gevraagd naar zijn visie op de komende gemeenteraadsverkiezingen, is het toch weer de burgemeester die antwoordt: “Ik hou mijn hart vast! Vooral op het gebied van zorg wordt veel naar de gemeentes doorgeschoven. Gemeentes moeten straks besluiten nemen over zaken, waar ze zelf nauwelijks verstand van hebben. Dus mensen van Laarbeek, wees actief, gebruik je invloed, word desnoods gemeenteraadslid en ga in elk geval stemmen!”