Afbeelding

Vanuit Beek en Donk naar de Tour de France

Algemeen

Beek en Donk - In het voor- en najaar wordt in Oss een wielercafé georganiseerd, waar renners en anderen uit heden en verleden worden geïnterviewd over alles wat maar met de wielrennerij heeft te maken. Honderden bezoekers komen eropaf! Gelijktijdig verschijnt er een bundel met wielerverhalen onder de naam: ‘Helden in de wielersport in Brabant’.

Afgelopen vrijdag is de 18e editie gepresenteerd met een schat aan verhalen over de Brabantse wielersport. Zo ook een verhaal van de in Helmond wonende Teus Korporaal, die beschrijft hoe Wim Dielissen uit Beek en Donk in 1951 met de ploeg van Kees Pellenaars en zijn collega’s Wout Wagtmans, Wim van Est, Hans Dekkers, Harry Schoenmakers, Gerard Peters, Gerrit Voorting en Henk Faanhof naar Metz vertrekken om deel te gaan nemen aan de 38e Tour de France. Het wordt een Tour de France die in de wielergeschiedenis in woord en geschrift blijft voortleven. Het is in deze Tour de France dat Wim van Est in de gele trui in de afdaling van de Col d'Aubisque in het ravijn terecht komt en waaraan later de reclamespreuk wordt verbonden: “Tachtig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep”. (De renners hadden voor hun vertrek van Pontiac een horloge gekregen)

Wim Dielissen (1926-2002) had zijn selectie afgedwongen door in belangrijke wedstrijden sprekende resultaten te behalen. Tweemaal achter elkaar (1950 en 1951) wint hij in Bolsward de Friese Elfsteden rit. Hans Dekkers uit Eindhoven is zijn grootste concurrent, maar die verslaat hij zowel in de Ronde van Limburg en het Nederlands kampioenschap in Zandvoort. De directie van de Karel 1 Sigarenfabrieken in Eindhoven, waar Dielissen sigarenmaker is, huldigt hem (na werktijd!) voor zijn nationale titel. Hij krijgt een koersbroek, een ketting en een paar wielen. Zo ging dat in die tijd!

Dan komt de Tour de France. De ‘Helmonsche Courant’ schrijft: “De Beek en Donkse crack krijgt een fraaie kans geboden, maar hij zal ze moeten gebruiken om te voorkomen tot de middenmoot der nooit-gekenden terug te moeten vallen. Zulk een kans krijgt een wielrenner slechts een keer”. Al in de 2e rit komt er tegenslag voor de ploeg. Schoenmakers komt te laat binnen en wordt uit de strijd genomen. In de 7e rit gaat het mis voor Wim Dielissen door in de tijdrit de tijdslimiet te overschrijden. 's Avonds moet hij een papiertje tekenen dat de Tour voor hem voorbij is. Verder krijgt hij reisgeld om naar Parijs te gaan. De Tour gaat verder en later volgt de huldiging in het Olympisch Stadion in Amsterdam. Op 18 februari 1952 ontvangt Wim Dielissen van zijn ploegleider Kees Pellenaars de eindafrekening van zijn Tour de France deelnamen. Er zal f.303,52 op zijn bankrekening worden bijgeschreven.

Aan de vooravond van de Tourstart in Den Bosch (1996) worden de mannen van 1951 nog een keer uitgenodigd voor een reünie. Wout Wagtmans, Hans Dekkers en Kees Pellenaars zijn dan al overleden. Met zijn zessen gaan ze nog een keer op de foto met in het midden Wim van Est met zijn kapotte gele trui. Wim Dielissen overlijdt op 7 januari 2002. Op zijn bidprentje staat: Hoogtepunt in zijn carrière was zijn deelname aan de Ronde van Frankrijk in 1951.

Dit alles en nog veel meer staat te lezen in het artikel in ‘Helden’ (ISBN nr. 978.94.6021.024.2).