Afbeelding

Boerenbruiloft in Raopersgat

NULL

Boerenbruiloft in Raopersgat


Lieshout - Onder vrolijke marsmuziek van “Ut Aaw Herremenieke van Liessent” zette op carnavalsmaandag een lange trouwstoet zich in beweging voor een rondgang door het dorp.


Het boerenbruidspaar Jan en Marjan van Veggel en hun getuigen Hennie en Tini van Vijfeijken werden vervoerd op een fraai versierde hoge ‘erdkaar’. Vanaf De Schop voerde de route naar Café De Koekoek, waar de stoetgangers op een borreltje werden getrakteerd. Na het bezoek aan verzorgingshuis Franciscushof trok de menigte naar Bavaria Brouwerij Café. Ook daar werd het gezelschap op een borreltje getrakteerd en zorgde een gelegenheidskapel voor de muzikale noot. Op Prinsenhof vonden de inmiddels traditionele balkonscène en polonaise plaats. Na het gastvrije onthaal op deze vorstelijke locatie trok de stoet naar de nieuwe grote trouwzaal in het Dorpshuis waar de petazzie met worst gereed stond. Voor aanvang van de huwelijksceremonie werden Cor en Sis Jansen – van den Biggelaar toegesproken omdat zij in 1989 als Knillis en Ketrieneke in d’n onecht werden verbonden en dit jaar dus hun zilveren jubileum vierden.

Nadat Prins Maurice d’n Urste als voogd van de trouwlustigen met het voorgenomen huwelijk had ingestemd, kon Grardje d’n Baecker, 1e onbezoldigd trouwambtenaar van Raopersgat het huwelijk voltrekken. Pastoor Dionysius, zijn kapelaan Kziehostniks, misdienaars, een koor en Maria kwamen er aan te pas om het huwelijk ludiek in te zegenen. De opbrengst van de collecte had het boerenpaar bestemd voor de stichting ‘Hope for Lyme’. Voor aanvang van de receptie waren er optredens en voordrachten van de dansmariekes van CV de Raopers, familie en vrienden van het bruidspaar, de Fransmariekes met hun nieuwe dans in nieuwe outfit, de Bruurs met o.a. hun winnende lied van het Laarbeeks Liedjesfestival 2014 ‘Zonder bril dè ge nie’ en de Grottendorfer Blaaskapel uit Mariahout. Na de receptie was het boerenbal. Presentator Willy Vereijken wist deze 36e boerenbruiloft weer in goede banen te leiden.