De openbaar vervoer hub bij de Bavaria-rotonde.
De openbaar vervoer hub bij de Bavaria-rotonde. Foto:

Regionale mobiliteit: een zure appel waar we nog niet zomaar doorheen zijn

Algemeen

Laarbeek/Gemert - Dat het drukker is op de weg ervaren we allemaal. We wonen in de Brainportregio, maar een goede oplossing voor betere bereikbaarheid van Gemert-Bakel en Laarbeek is er nog altijd niet. In de spits is het vaak aanschuiven in de file. In deze tweedelige serie kijken we naar de problemen en wat de mogelijke oplossingen (en knelpunten) zijn. Aflevering 2: openbaar vervoer en alternatieven.

Ga je met de bus vanuit Gemert naar Eindhoven toe, dan kun je buslijn 321 of 322 pakken. Die brengt je zonder overstappen van Gemert, via Laarbeek naar het station in Eindhoven. Een alternatief is lijn 25 of 26 naar station Helmond pakken en daar in de trein naar Eindhoven stappen. Klinkt makkelijk.

De realiteit is natuurlijk anders. Heb je in Gemert wellicht nog redelijke keuze om in de bus een zitplek uit te kiezen, als de bus eenmaal in Beek en Donk aankomt, mag je meestal blij zijn als je nog gewoon een staplek hebt. Zeker bij de bushalte bij Bavaria is het in de ochtendspits enorm druk met veelal scholieren die hun bus naar Eindhoven moeten pakken. 

Flink vernieuwde hub
De bushalte daar is inmiddels wel flink vernieuwd en een zogenaamde ‘hub’ geworden. Een plek waar reizigers van het ene vervoersmiddel naar het andere kunnen overstappen. In dit geval is er meer ruimte gecreëerd voor fietsenstallingen en parkeerplekken zodat reizigers uit Laarbeek eenvoudiger het openbaar vervoer kunnen pakken. Een hub wordt aangelegd om te proberen de drukke wegen richting bijvoorbeeld Eindhoven, maar ook Veghel, te ontlasten.

Wie Gemert via de West-Om komt binnenrijden, ziet dat daar ook een ‘hub’ is gerealiseerd, die nu eigenlijk veel te klein is om het aantal fietsen en auto’s goed op te kunnen vangen. Auto’s staan daar bijvoorbeeld in de berm in een stukje doodlopende weg. De bedoeling is dat er aan de westkant van Gemert een nieuwe hub gerealiseerd gaat worden, zodat reizigers beter en makkelijk vanuit eigen vervoer de bus richting bijvoorbeeld Eindhoven kunnen pakken.

Goed openbaar vervoer
Dit alles is natuurlijk wel gebaad bij goed openbaar vervoer. Vervoerder Bravo geeft zelf aan dat de dienstverlening na corona niet altijd optimaal is geweest. Er zijn minder bussen gaan rijden, onder meer door een tekort aan chauffeurs en harde bezuinigingen. De dienstregeling werd aangepast en er gingen simpelweg per uur minder bussen rijden, met als gevolg dat die bussen natuurlijk (in de spits) voller en voller werden. Een degelijk alternatief voor vooral inwoners vanuit kerkdorpjes is er bijna niet meer. Hen rest tegenwoordig niets veel anders dan de auto te pakken en maar achteraan sluiten in de file.

En als dan vanuit de bereikbaarheidsagenda van de Metropool Regio Eindhoven om een bijdrage wordt gevraagd voor de aanleg van onder meer een nieuw busstation in Eindhoven, is het logisch dat dit bij betrokken gemeenteraden vragen oproept. Gemert-Bakel en Laarbeek moeten ieder zo’n 1,6 miljoen euro bijdragen. In Laarbeek is dit afgetikt. Gemert-Bakel heeft er nog wat meer moeite mee. In november toog de Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem daarom naar het gemeentehuis in Gemert. Dijsselbloem is voorzitter van de Metropool Regio Eindhoven en probeerde de raadsleden te overtuigen om toch wel mee te betalen aan onder meer de komst van het busstation in Eindhoven. Net zoals Eindhoven moet gaan meebetalen aan het verbeteren van de bereikbaarheid in deze regio. De pijn zit hem er echter in dat het verbeteren van de bereikbaarheid in Laarbeek en Gemert-Bakel pas op een later moment komt, terwijl de nood nu hoog is. 

Aanleg snelfietspad
Een alternatief kan zijn het pakken van de fiets. Momenteel wordt er hard gewerkt aan de realisatie van snelfietspaden van Gemert naar Helmond en van Gemert naar Eindhoven. Alleen wat is het juiste traject? Daar wordt nu volop over gesproken. Het twintig kilometer lange snelfietspad loopt van Gemert naar Laarbeek en gaat via Nuenen naar Eindhoven. Maar hoe ga je met een snelfietspad de verkeersproblematiek bij de Beekse brug in Beek en Donk ontwijken? Een losse brug alleen voor fietsers? Daar wordt naar gekeken. En wat te denken van de gevaarlijke kruising in Lieshout bij de Deense Hoek. Een ondergrondse fietstunnel onder de nog aan te leggen rotonde zou ideaal zijn. Maar uit onderzoek blijkt dat er veel leidingen lopen en dat het daarbij een dure investering wordt. En dan heb je ook nog de discussie of het snelfietspad tussen Lieshout en Beek en Donk ten noorden of zuiden van het Wilhelminakanaal moet komen. Beide varianten hebben voor- en nadelen, blijkt uit onderzoek van adviesbureau Tauw dat de aanleg van de snelfietspaden begeleidt.

Wat heeft voorrang?
En dat meerdere partijen moeten meebeslissen over de komst van hubs, nieuwe dienstregelingen, snelfietspaden en aanpassingen aan wegen komt het besluitproces niet ten goede. Gemeentes, MRE en provincie hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen: de regionale mobiliteit verbeteren. Alleen wat met voorrang opgepakt moet worden, daar verschillen de meningen over. En wie wat bij moet dragen ook. En als er al knopen worden doorgehakt, dan wordt de pijn eerst groter (bijvoorbeeld bij afsluiting Beekse brug als die aangepast gaat worden), alvorens we profijt gaan hebben van een goede regionale bereikbaarheid. Die zure appel, daar hebben we met zijn allen nog niet zomaar doorheen gebeten.